Energierekening hoger door laadpalen en warmtepompen

Het aantal elektrische auto’s en warmtepompen neemt in rap tempo toe. En dat heeft een grote impact op het Nederlandse elektriciteitsnetwerk. Volgens netbeheerders is het netwerk veel te zwak en moeten er miljarden worden geïnvesteerd. Het gevolg? De energierekening stijgt met tientallen euro’s. 

Netbeheerders trekken aan de bel. Om het Nederlandse elektriciteitsnetwerk gereed te maken voor de opkomst van elektrische auto’s en warmtepompen moet er snel en vooral veel geïnvesteerd worden. Er zijn miljarden euro’s nodig, aldus de netbeheerders. Tot 2030 komen er 1,7 miljoen laadpalen bij én er gaan  zo’n 1,5 miljoen huizen van het aardgas af. De vraag naar elektriciteit neemt daardoor enorm toe. 

Grotere energievraag, grotere investeringen

Een vergelijking: één Telsa auto gebruikt evenveel elektriciteit als tien huishoudens. Nog een vergelijking: één warmtepomp heeft evenveel stroom nodig als enkele wasdrogers. Meer laadpalen en warmtepompen betekent dus ook een behoefte aan een gigantische hoeveelheid stroom.

Volgens de netbeheerders zijn de kabels te dun en de transformatorhuisjes te zwak om te voldoen aan de toekomstige, exploderende energievraag. Om dit op te kunnen vangen, zijn er grote investeringen nodig. De drie grote netbeheerders nemen al serieuze stappen: Enexis investeert in 2020 ruim 878 miljoen euro, Stedin 669 miljoen en Liander 882 miljoen. Deze investeringen komen neer op bijna een verdubbeling van die in 2015.

De nodige aanpassingen zullen ook zichtbaar in de Nederlandse straten en wegen. De komende jaren wordt er meer gegraven om dikkere kabels in de grond te leggen. Volgens Liander is er zelfs een verdubbeling nodig om alle laadpalen en warmtepompen te voorzien van elektriciteit. “Waar we normaal zo’n 40 jaar over doen, zullen we nu in 10 jaar voor elkaar moeten krijgen”, aldus een woordvoerder van Liander. 

Energierekening stijgt tientjes per jaar

Er worden dus vele euro’s uitgegeven om aan de elektriciteitsbehoefte te kunnen voldoen. Volgens Stedin-baas Marc van der Linden gaat het om miljarden: “De komende 10 jaar zullen netbeheerders 25 tot 30 miljard kwijt zijn aan het elektriciteitsnetwerk, dit zit hem vooral in onderhoud én aanleg.”  

Waar al dat geld vandaan moet komen is nog niet helemaal duidelijk. Wat wél duidelijk is, is dat de energieconsumenten, huishoudens, het gaan terugzien op hun energierekening. Een wildgroei van bedragen zal het niet worden, want het is nog altijd de Autoriteit Consument & Markt (ACM) die de tarieven van netbeheerders vaststelt, maar “reken minimaal op enkele tientjes per jaar”, aldus Van der Linden.